Schelde vliegtuigbouw

Wie over 'luchtvaart in Vlissingen' spreekt zal zeker niet voorbij mogen gaan aan de grote vliegtuigbouwactiviteiten van de bekende scheepswerf Kon.Mij. 'De Schelde"(KMS). In het crisisjaar 1934 maakte directeur Arie Smit bekend dat men de vliegtuigafdeling van H. Pander en Zn uit Den Haag wilde overnemen. De scheepswerf die voor de Kon.Marine werkte, zag iets in een afdeling vliegtuigbouw, om mogelijk ook vliegboten te gaan bouwen voor de Marine. Dit gelukte later want er kwam een order voor Dornier D024 vliegboten, waarvoor De Schelde de vleugels bouwde en Aviolanda de rompen. Met de overname van Pandervliegtuigbouw kwam ook constructeur T.E. Slot (bekend als bouwer van de Pander 'Postjager'), mee naar Vlissingen, die nu in een geheel nieuwe omgeving kwam te werken. Het was juist in de tijd dat de populaire Franse 'Pou du Ciel' (Hemelluis), veel aandacht kreeg in de internationale luchtvaartwereld. Dit eenpersoons toestelletje voor de 'kleine luchtvaartman' was voor weinig geld zelf te bouwen. Theo Slot, die intussen een 4 persoons zakenvliegtuig, de S12 PH KGH, voor de industrieel K. Geus van den Heuvel had gebouwd, (de proefvlucht was in mei 1935, door invlieger Sam de Mul), kreeg opdracht van de Schelde directie om ook eens iets te ontwerpen op kleinschalig gebied. Hij kwam eind 1935 met de 'Scheldemusch', een kleine tweedekker met duwschroef, eenvoudig te besturen, die betrouwbaarder was dan de Franse 'Hemelluis'. Vlieger W. Rademaker van de NV van Melle maakte in november 1935 de eerste vluchten met dit bijzondere vliegtuigje. Het toestel van 200 kg was bestemd voor de aankomende sportvlieger en er hing een prijskaartje aan van ongeveer f 2.500. Het motorvermogen vond men iets te gering en de productie bleef beperkt tot een zestal toestellen. Tussendoor kwam Slot ook nog met de Scheldemeeuw, een unieke uitvoering in de vorm van een kleine vliegboot, door hemzelf proefgevlogen in juni 1936 bij Veere. Die moest in het Nederlandse waterland toch wel een goede kans hebben. Dat bleek niet waar te zijn. Er is helaas maar één Scheldemeeuw gebouwd. Deze toestellen zouden heden (met veel succes!) in de categorie 'Ultra Lichte Vliegtuigen'(ULV) thuishoren. Constructeur Theo Slot heeft nog enkele ontwerpen gemaakt, de S20 en S21, een snelle militaire jager, maar in 1940 maakte de oorlog een eind aan deze productiviteit. Theo E. Slot, die in de 20 er en 30 er jaren veel bekende typen Pander sportvliegtuigen bouwde en in 1948 als adviseur in dienst trad bij vliegtuigfabriek Frits Diepen, overleed in oktober 1949 op 54 jarige leeftijd in Den Haag.

Bekijk hier een oude opname van de Scheldemusch en Scheldemeeuw.

In de jaren vijftig werden er opnieuw vliegtuigen gebouwd. Het werd nu de Saab Safir 91 die in licentie gebouwd werd voor Saab Zweden. 

Scheldemusch en Scheldemeeuw
Wie over 'luchtvaart in Vlissingen' spreekt zal zeker niet voorbij mogen gaan aan de grote
vliegtuigbouwactiviteiten van de bekende scheepswerf Kon.Mij. 'De Schelde"(KMS). In het crisisjaar
1934 maakte directeur Arie Smit bekend dat men de vliegtuigafdeling van H. Pander en Zn uit Den Haag
wilde overnemen. De scheepswerf die voor de Kon.Marine werkte, zag iets in een afdeling
vliegtuigbouw, om mogelijk ook vliegboten te gaan bouwen voor de Marine. Dit gelukte later want er
kwam een order voor Dornier D024 vliegboten, waarvoor De Schelde de vleugels bouwde en Aviolanda
de rompen. Met de overname van Pandervliegtuigbouw kwam ook constructeur T.E. Slot (bekend als
bouwer van de Pander 'Postjager'), mee naar Vlissingen, die nu in een geheel nieuwe omgeving kwam
te werken. Het was juist in de tijd dat de populaire Franse 'Pou du Ciel'(Hemelluis), veel aandacht kreeg
in de internationale luchtvaartwereld. Dit eenpersoons toestelletje voor de 'kleine luchtvaartman' was
voor weinig geld zelf te bouwen. Theo Slot, die intussen een 4 persoons zakenvliegtuig, de S12 PH KGH,
voor de industrieel K. Geus van den Heuvel had gebouwd, (de proefvlucht was in mei 1935, door
invlieger Sam de Mul), kreeg opdracht van de Schelde directie om ook eens iets te ontwerpen op
kleinschalig gebied. Hij kwam eind 1935 met de 'Scheldemusch', een kleine tweedekker met
duwschroef, eenvoudig te besturen, die betrouwbaarder was dan de Franse 'Hemelluis'. Vlieger W.
Rademaker van de NV van Melle maakte in november 1935 de eerste vluchten met dit bijzondere
Vliegclub Midden-Zeeland - vliegend verleden Page 12 of 15
http://www.vliegclubmz.nl/Joomla/index2.php?option=com_content&task=view&id=... 29-10-2012
vliegtuigje. Het toestel van 200 kg was bestemd voor de aankomende sportvlieger en er hing een
prijskaartje aan van ongeveer f 2.500. Het motorvermogen vond men iets te gering en de productie
bleef beperkt tot een zestal toestellen. Tussendoor kwam Slot ook nog met de Scheldemeeuw, een
unieke uitvoering in de vorm van een kleine vliegboot, door hemzelf proefgevlogen in juni 1936 bij
Veere. Die moest in het Nederlandse waterland toch wel een goede kans hebben. Dat bleek niet waar te
zijn. Er is helaas maar één Scheldemeeuw gebouwd. Deze toestellen zouden heden (met veel succes!)
in de categorie 'Ultra Lichte Vliegtuigen'(ULV) thuishoren. Constructeur Theo Slot heeft nog enkele
ontwerpen gemaakt, de S20 en S21, een snelle militaire jager, maar in 1940 maakte de oorlog een eind
aan deze productiviteit. Theo E. Slot, die in de 20 er en 30 er jaren veel bekende typen Pander
sportvliegtuigen bouwde en in 1948 als adviseur in dienst trad bij vliegtuigfabriek Frits Diepen, overleed
in oktober 1949 op 54 jarige leeftijd in Den Haag.